[idioom] Oostindisch doof. Doen alsof je niets hoort als je wordt geroepen of aangesproken. Slaat waarschijnlijk op de houding van Oost‑Indische vorsten in het koloniale tijdperk, die net deden alsof ze westerse regeringsambtenaren niet begrepen. Op die manier probeerden ze te ontkomen aan de hun opgedragen taken.
Gevonden op
https://www.cultureelwoordenboek.nl/idioom/oostindisch-doof
[idioom] Oostindisch doof. Doen alsof je niets hoort als je wordt geroepen of aangesproken. Slaat waarschijnlijk op de houding van Oost‑Indische vorsten in het koloniale tijdperk, die net deden alsof ze westerse regeringsambtenaren niet begrepen. Op die manier probeerden ze te ontkomen aan de hun opgedragen taken.
Gevonden op
https://www.cultureelwoordenboek.nl/idioom/oostindisch-doof

Spreekwoorden: (1914)
Hij is Oostindisch doof,d.w.z. hij houdt zich doof, hij doet alsof hij niets hoort, als hij geroepen, aangesproken of om iets aangezocht wordt; 17<sup>de<-sup> eeuw: den doove maken of spelen; (18<sup>de<-sup> eeuw) den dooverick maken; in het fri. ingelsk dôf; bij Schu...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Hij is Oostindisch doof,d.w.z. hij houdt zich doof, hij doet alsof hij niets hoort, als hij geroepen, aangesproken of om iets aangezocht wordt; 17<sup>de<-sup> eeuw: den doove maken of spelen; (18<sup>de<-sup> eeuw) den dooverick maken; in het fri. ingelsk dôf; bij Schu...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.